Mensen die met Nederlanders hebben gewerkt, weten dat ze hardwerkend, efficiënt en detailgericht zijn. Niemand kan echter ontkennen dat werken in Nederland soms een uitdaging kan zijn. Met zijn lange werkdagen, hoge verwachtingen van werknemers en een cultuur die gelooft in het voor iedereen zo gemakkelijk mogelijk maken van het werk, hebben Nederlandse bedrijven vaak moeite om talent aan zich te binden. In de afgelopen jaren heeft de zogenaamde 'Dutch disease' het land bijzonder hard getroffen. Dit is wanneer een bloeiende economie vraag creëert naar nieuwe producten en diensten, wat leidt tot stijgende arbeidskosten omdat de lonen stijgen door de vraag naar hoger opgeleid personeel. Burn out in Eindhoven is een groot probleem, net als in de rest van het land. Dit heeft geleid tot een tekort aan banen in veel sectoren in Nederland, wat het voor werkgevers nog moeilijker maakt om goede mensen te vinden.
Wat is "Dutch Disease"?
Dutch disease is een aandoening die optreedt wanneer een bloeiende economie een vraag naar hooggeschoold personeel creëert, waardoor de lonen stijgen. Niemand weet waarom dit gebeurt, maar het komt vooral voor in landen die veel goederen exporteren via zeehavens. In het begin is de bloeiende economie geweldig voor de Nederlanders, omdat ze producten exporteren, waardoor banen in het land ontstaan. Vervolgens, als gevolg van de gestegen lonen, hebben Nederlandse bedrijven moeite om talent te behouden omdat mensen naar het buitenland vertrekken voor betere kansen. Hierdoor daalt het aantal beschikbare binnenlandse werknemers, waardoor de lonen verder stijgen en er een nog grotere kloof ontstaat tussen de vraag naar geschoold personeel en het aanbod van mensen voor die banen.
Oorzaken van de Nederlandse ziekte en gevolgen voor de beroepsbevolking
De Nederlandse ziekte wordt veroorzaakt door een bloeiende economie die de vraag naar hooggeschoold personeel doet toenemen, waardoor de lonen stijgen. De bloeiende economie wordt veroorzaakt door een toename van de export van goederen en diensten. Deze boom wordt vervolgens gevolgd door een afname van het aantal beschikbare binnenlandse werknemers, waardoor de lonen nog meer stijgen en er een nog grotere kloof ontstaat tussen de vraag naar geschoold personeel en het aanbod van mensen voor die banen. De Hollandse ziekte kan zich voordoen in elk land dat een bloeiende economie heeft en veel producten exporteert via zeehavens. Dit kan leiden tot een stijging van de lonen omdat meer mensen geld kunnen verdienen, waardoor de kloof tussen de vraag naar geschoold personeel en het aanbod van mensen in die banen nog groter wordt.
De oplossing voor Dutch disease: laten we van het land gaan!
Als de Nederlanders waren gestopt met het exporteren van producten toen de economie begon te bloeien en zich hadden gericht op het maken van de beste producten voor de binnenlandse markt, dan zou de Nederlandse ziekte niet nodig zijn. Maar helaas is dat niet hoe de Nederlanders denken. De Nederlanders willen producten blijven exporteren, ongeacht of dit zinvol is voor hun eigen economie. In plaats daarvan moeten ze zich richten op het maken van de beste producten voor de binnenlandse markt en stoppen met het verspillen van middelen aan het exporteren van producten naar andere landen. Als de Nederlandse regering de belastingen verlaagt en stopt met het subsidiëren van rederijen, dan zal de hausse eindigen en zal al het geld dat bespaard wordt terugvloeien in de economie. Dit zal nieuwe banen opleveren voor de mensen die niet langer nodig zijn om te werken aan de export van producten.
Conclusie
Werken in Nederland kan vaak uitdagend zijn, maar werkgevers kunnen het makkelijker maken om met de uitdagingen om te gaan door een ondersteunende werkomgeving te creëren. Door werknemers aan te moedigen elkaar te leren kennen en om klanten te geven, kunnen bedrijven de effecten van Dutch disease bestrijden en de tevredenheid van werknemers verbeteren. Enkele manieren om een zinvollere werkervaring te creëren zijn om werknemers aan te moedigen samen te komen om ervaringen te delen, hen te vragen als mentor op te treden voor anderen en mogelijkheden te bieden voor werknemers om zich te laten certificeren in nieuwe vaardigheden. -END-